Wij proberen ieder jaar uw pensioen te verhogen, zodat het gedeeltelijk kan meegroeien met de stijging van de prijzen. Tegelijkertijd houden we rekening met de financiële gezondheid van het fonds en de belangen van alle deelnemers. Deze verhoging van 1,27% is zorgvuldig afgewogen, omdat we niet alleen kijken naar wat nu mogelijk is, maar ook naar wat nodig is voor een gezonde overgang naar het nieuwe pensioenstelsel in 2026.
We volgen de regels voor verhoging
In ons beleid hebben we beschreven wanneer we een verhoging mogen geven, en hoe hoog die dan mag zijn. Dit beleid is gebaseerd op de hiervoor geldende wet- en regelgeving. We mogen die verhoging alleen geven als onze financiële situatie goed genoeg is.
Hoe hebben we de verhoging van 2025 berekend?
Voor de verhoging in 2025 kijken we naar twee dingen:
- De stijging van de prijzen: tussen juli 2023 en juli 2024 zijn de prijzen gemiddeld met 2,71% gestegen.
- De financiële gezondheid van het fonds: dit meten we met de beleidsdekkingsgraad. Op 30 september 2024 was deze 120,1%.
De beleidsdekkingsgraad bepaalt hoeveel ruimte we hebben voor een verhoging:
- Is de beleidsdekkingsgraad lager dan 110%? Dan mogen we geen verhoging geven.
- Is de beleidsdekkingsgraad hoger dan onze streefgrens van 134,1%? Dan mogen we een volledige verhoging geven.
- Ligt de beleidsdekkingsgraad tussen deze twee grenzen in? Dan mogen we een gedeeltelijke verhoging geven, zoals nu het geval is.
Met een beleidsdekkingsgraad van 120,1% mogen we een verhoging van 1,27% geven.
Waarom geen hogere verhoging?
Hoewel we begrijpen dat deelnemers misschien op een hogere toeslag hadden gehoopt, is dat op dit moment niet mogelijk. Een hogere verhoging zou de beleidsdekkingsgraad verlagen en risico’s met zich meebrengen voor de financiële positie van het fonds. We willen ervoor zorgen dat we in 2026, bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, in een gezonde financiële situatie verkeren. Zo hopen we dan alle pensioenen te kunnen verhogen.
We wegen alle belangen evenwichtig af
Bij dit besluit hebben we zorgvuldig gekeken naar de belangen van al onze deelnemers: van actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Daarbij hebben we onder andere gekeken naar:
- De koopkracht van gepensioneerden nu;
- Het verwachte pensioen voor actieve en gewezen deelnemers in de toekomst;
- De financiële gezondheid van het fonds bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel in 2026.
Wij vinden een verhoging van 1,27% een evenwichtige keuze. Zo zorgen we dat gepensioneerden iets extra’s krijgen nu, zonder de financiële situatie van het fonds en de belangen van andere deelnemers in gevaar te brengen.
Veelgestelde vragen
-
Uw pensioen gaat op 1 januari 2025 met 1,27% omhoog.
-
In ons beleid hebben we beschreven wanneer we een verhoging mogen geven, en hoe hoog die dan mag zijn. Ons doel ieder jaar is om de helft van de stijging van de prijzen als verhoging te geven. Dat hebben we met de sociale partners (dat zijn de vertegenwoordigers van de werkgevers en de werknemers) zo afgesproken. Maar we mogen die verhoging alleen geven als onze financiële situatie goed genoeg is.
Bij het verhogen van de pensioenen kijken we naar de financiële situatie van het fonds én de prijsontwikkeling in het vorige jaar. In dit geval is dat tussen juli 2023 en juli 2024. We gebruiken daarvoor de 'afgeleide consumentenprijsindex' van het CBS. Deze was 2,71% in de periode tussen juli 2023 en juli 2024. Ook kijken wij naar de dekkingsgraad bij het vaststellen van de verhoging. De dekkingsgraad in september 2024 was 119,2%. Het is belangrijk om de korte- én lange termijn gevolgen te bekijken. We moeten de belangen van álle deelnemers en gepensioneerden goed afwegen. Want we willen voor iedereen een evenwichtige overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.
-
Ja, we verhogen het pensioen van iedereen die bij Bpf Koopvaardij pensioen ontvangt, opbouwt of heeft opgebouwd.
-
Uw nieuwe pensioenbedrag ziet u in januari 2025 op uw bankafschrift of in de omgeving van uw internetbankieren. Het nieuwe, verhoogde bedrag maken we over in de maand dat de verhoging is ingegaan. U vindt de betaaldata op onze website. Meestal ontvangt u uw pensioen dezelfde dag nog. Bij bankrekeningen in het buitenland kan het langer duren.
-
Bij elk besluit kijken we naar de gevolgen nu én in de toekomst. Daarbij kijken we goed naar de belangen van alle deelnemers. Het verhogen van de pensioenen is nu voor iedereen positief: het pensioen van iedereen gaat namelijk met 1,27% omhoog. Als u een pensioen van ons ontvangt, merkt u dat meteen in uw portemonnee. Maar door de verhoging daalt onze dekkingsgraad. De verhoging kost namelijk geld. We willen de dekkingsgraad niet te veel omlaag laten gaan. Want we willen straks, op 1 januari 2026, ook nog genoeg geld over houden. Met dat geld kunnen we de pensioenen van alle deelnemers extra verhogen als we over gaan naar de nieuwe regeling. Niet alleen de pensioenen die we nu al betalen, maar ook de pensioenen van degenen die nu nog werken.
-
Wij hebben bij het besluit om de pensioenen te verhogen zorgvuldig alle belangen (van actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden) tegen elkaar afgewogen. Het bestuur heeft gekeken naar:
- de koopkracht van de pensioengerechtigden,
- het verwachte pensioen voor iedereen én
- de mogelijke invulling van de nieuwe pensioenregeling.
Wij vinden een verhoging met 1,27% passend en evenwichtig. We gebruiken een deel van het vermogen nu om de pensioenen te verhogen. Dat past binnen ons beleid hoe we met verhoging van de pensioenen omgaan. Maar er blijft ook nog voldoende vermogen over voor de toekomstige pensioenen.
-
Er zijn wettelijke regels voor de financiële gezondheid van pensioenfondsen. Bijvoorbeeld over hoe hoog de verhoging van de pensioenen mag zijn. Er is een tijdelijke regeling (transitie FTK) die soepelere regels geeft voor pensioenfondsen tijdens de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Dat betekent bijvoorbeeld dat Bpf Koopvaardij de pensioenen met een groter percentage zou mogen verhogen.
Maar Bpf Koopvaardij heeft besloten dat het geen gebruik maakt van het transitie FTK. En daarmee dus ook de pensioenen niet extra te verhogen.